Als je met passie brood staat te bakken, sta je niet al te veel stil bij de risico’s van je vak. Toch staat het omgaan met werkrisico’s hoog op de agenda. Sinds 1994 staat de RI&E als verplicht onderwerp in de Arbowet. Wie de discussies sindsdien een beetje heeft gevolgd, weet dat er regelmatig onzekerheid bestond over hoe je een RI&E uitvoert. Wanneer voldoet die niet en wanneer wel? Is de RI&E volledig en betrouwbaar?
In 2018 is die discussie verder opgevoerd, met Kamervragen over de situatie rondom chroom-6 en de hoogoplopende kosten van burn-out. Vervolgens verscheen in het voorjaar van 2021 een zeer kritisch rapport over de kwaliteit van de RI&E. Dit rapport ‘Toets de toetser’ heeft het proces versneld om het schema voor arbo-kerndeskundigen in het voorjaar van 2022 te publiceren en te formaliseren.
Meer kwaliteit in het RI&E-proces
Er is dus het een en ander veranderd in het RI&E-proces. Per 1 juli 2022 bestaat de RI&E uit een systeem-RI&E en een scope-RI&E.
De systeem-RI&E
De systeem-RI&E bestaat uit een reeks van verplichte onderdelen. Daaronder vallen bijvoorbeeld verzuimgegevens, inzichten van bedrijfsarts/werknemers/preventiemedewerkers, arbeidsgezondheidskundige onderzoeken en ongevallen. Maar ook: de benodigde kennis van de preventiemedewerkers, het arbobeleid, bedrijfshulpverlening, risicobeperkende maatregelen en advies voor nadere, verdiepende RI&E’s. Ook aanvullende metingen die de blootstelling aan bepaalde risico’s laten zien, horen bij de systeem-RIE.
De scope-RI&E
De scope-RI&E bestaat uit een verdiepend onderzoek naar de blootstelling aan een bepaald risico. Bijvoorbeeld het risico op blootstelling aan geluid of werkstress.
Stel dat uit de verzuimcijfers blijkt dat meerdere werknemers zich met burn-outklachten bij de bedrijfsarts melden. Dan hoort burn-out in de systeem-RI&E als risico vermeld te staan. Vervolgens is een verdiepende scope-RI&E nodig op psychosociale arbeidsbelasting. In het Arbobesluit staan alle onderwerpen waarbij zo’n verdiepende of ‘nadere’ RI&E nodig is.