Sinds 1 juli 2022 gelden nieuwe toetsingscriteria voor een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).
Een belangrijk nieuw criterium is dat de RI&E niet meer mag bestaan uit louter een opsomming van symptomen. Daardoor moeten bedrijven nu ook kijken naar de achterliggende oorzaken van risico’s (de basisrisicofactoren).
Dat is een prima ontwikkeling. Want deze aanpak is in de ongevalsanalyse al gebruikelijk. Daar kijk je niet alleen naar de directe oorzaken van een incident, maar onderzoek je ook hoe die hebben kunnen ontstaan.
Zoeken naar achterliggende oorzaken
Bijvoorbeeld: in een bedrijf plaatsen medewerkers telkens materialen op de looppaden. Dat geeft een vergroot aanrijdrisico door vorkheftrucks. De constatering van dit feit is in het vervolg niet meer voldoende. Ook voldoet niet meer alleen de aanbeveling: voortaan de looppaden vrijhouden van materialen. Vanaf nu moet de opsteller van de RI&E ook onderzoeken waarom medewerkers telkens materialen op de looppaden zetten.
Komt dit door onvoldoende veiligheidsbewustzijn? Hebben zij wel instructies gekregen over de juiste werkwijze? Zijn de looppaden voldoende gemarkeerd? Worden geproduceerde goederen niet frequent genoeg afgevoerd, zodat medewerkers niet anders kunnen dan deze materialen tijdelijk naast de machines (en dus op de looppaden) plaatsen? Of is er misschien een schrijnend gebrek aan opslagruimte? Of wellicht is het probleem eerder dat de leidinggevende geen strikt toezicht op de spelregels houdt en arbo wat minder belangrijk vindt?
Spelen een of meer van deze factoren een rol, dan moeten die in de RI&E worden onderkend en aangepakt. Prima toch?